BRAZZAVILLE, Republic of Congo (Reuters) -- The death toll in a deadly Ebola outbreak has risen to 120 in the northwestern Republic of Congo, the central African country's health ministry said on Wednesday.

An official at the ministry said 135 cases had been recorded since the virus, which has no known cure, struck in January in the dense forests of Cuvette-Ouest, some 700 kilometers (440 miles) north of the capital, Brazzaville.

Authorities say the disease has now almost been brought under control.

Ebola is passed on by infected body fluids and kills between 50 and 90 percent of victims, depending on the strain. It starts with a high fever and headache and can lead to massive internal bleeding.

Authorities have cordoned off the affected areas and local people have been told not to touch bodies of those who have died and not to eat primates.

Scientists believe the outbreak was triggered by the consumption of infected monkey meat. Bush meat is a staple among forest communities, and a delicacy in many cities.

The epidemic has also wiped out nearly two-thirds of the gorillas in the Lossi reserve in Cuvette-Ouest.

Ebola killed 73 people in Gabon and in the Congo in an epidemic from October 2001 to February 2002.

Ebola takes its name from a river in the Democratic Republic of Congo where it was discovered in 1976. The worst outbreak was in that country in 1995 when more than 250 people died.


 

Dode gorilla's voorspellen Ebola.

De voorbije vier jaar zijn in Gabon en Congo diverse uitbraken van Ebola geweest. De epidemieën werden telkens voorafgegaan door een opmerkelijke sterfte van dieren in het woud, schrijven biologen uit Zuid-Afrika, Gabon en de VS in Nature.

De onderzoekers waren door Gabonese dorpelingen geattendeerd op de kadavers van gorilla's, chimpansees en antilopen in het woud, vlak voor de uitbraak van de Ebolaepidemie van begin 2003. Een dood beest wordt in het oerwoud doorgaans meteen aangevreten of rot binnen de paar dagen weg, dus dit was ongezien. De onderzoekers geloven dat de plotselinge sterfte onder de dieren zo groot was dat de natuurlijke opruimdienst van het woud tekortschoot. De dieren crepeerden door Ebola, want in alle gevonden botresten zat het virus. Hoewel onbekend is welk dier uit het woud het “reservoir” is van Ebola (gedacht wordt aan een knaagdier dat zelf niet ziek wordt maar het virus overdraagt op grotere dieren als de gorilla), suggereert de vondst dat een menselijke ebola-uitbraak ontstaat na contact van jagers met ziek woudwild.

Ebola veroorzaakt koorts en bloedingen waaraan het slachtoffer meestal binnen een paar dagen overlijdt. Een uitbraak begint van de ene dag op de andere, en de eerste slachtoffers zijn steevast jagers op bushmeat (als chimpansee en gorilla). Zij moeten voortaan alert zijn op een hogere sterfte bij hun prooi, waarschuwen de onderzoekers, en denken aan de mogelijkheid van Ebola.

Uit De Standaard, 16 januari 2004

Behandeling Ebola in zicht.
De eerste beloftevolle behandeling tegen het dodelijke ebolavirus werkt bij apen, rapporteren Amerikaanse onderzoekers in The Lancet. Dat doet hopen dat straks ook mensen van de ziekte kunnen worden genezen. De Wereldgezondheidsorganisatie neemt zich voor het nieuwe medicijn bij de eerstvolgende ebola-uitbraak te gaan proberen bij mensen.

Weinig ziekten worden zo gevreesd als Ebola. Het ebolavirus, dat geregeld in Afrika opduikt, doodt 50 tot 90 procent van de mensen die het infecteert. Hoewel andere virussen (zoals hiv, dat aids veroorzaakt) meer levens eisen, zijn de meedogenloze manier waarop het ebolavirus toeslaat en de nachtmerrieachtige doodstrijd die het veroorzaakt voor veel wetenschappers reden genoeg om naar een kuur op zoek te gaan. Ebola veroorzaakt inwendige bloedingen en koorts, en wordt doorgegeven door rechtstreeks contact met besmette personen (of zelfs met hun kleren of beddengoed). Een handdruk kan al volstaan om de ziekte door te geven.

Een week na blootstelling aan het virus krijgt de patiënt griepachtige verschijnselen en hevige koorts. In de tweede fase van de ziekte begint de patiënt hevig te bloeden, vooral uit het tandvlees en de neus, maar ook uit andere lichaamsopeningen. De dood, zo'n tien dagen na de eerste symptomen, is meestal een gevolg van shock, door bloedverlies of doordat de organen het een na een laten afweten.

In The Lancet beschrijven onderzoekers van het Medisch Onderzoeksinstituut voor Infectieziekten van het Amerikaanse leger hun medicijn. Het is gebaseerd op een eiwit dat tussenkomt in de bloedstolling. Onderzoekers denken dat het ebolavirus de productie van een lichaamseigen eiwit verstoort dat weefselfactor heet en betrokken is bij de klontering van het bloed. Zonder weefselfactor kan het lichaam de dikte van het bloed niet meer regelen en ontstaan klonters die de bloedvaten verstoppen, waardoor het bloed zich ophoopt in de vaten. Het eiwit van de Amerikanen verhindert dit, althans het deed dat bij drie van de negen resusaapjes die een injectie met het medicijn kregen en daarna werden besmet met het ebolavirus. Dat is bij resusapen anders altijd fataal.

Uit De Standaard, 2 januari 2004

Ebola vaccin in de pijplijn.
Wetenschappers slaagden erin muizen met succes te immuniseren tegen het dodelijk eholavirus dat Arika aandoet. De resultaten verschijnen in het gezaghebbende tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.

De onderzoekers gebruikten virusachtige partikels (VLP's) die een sterke immuunrespons uitlokken. Na vaccinatie hadden gebruikelijke letale dosissen ebola geen impact meer op de gevaccineerde muizen.

De onderzoekers hopen dat hun onderzoek leidt tot een vaccin voor humaan gebruik dat beschermt tegen het ebolavirus. Het virus veroorzaakt hemorragische koorts en is in meer dan 90% van de gevallen dodelijk. Experten vrezen dat het virus zou kunnen worden aangewend als biologisch wapen. Voorlopig bestaat geen vaccin of therapie.

Nabootsen:

De wetenschappers creëerden virusachtige partikels van twee ebola virusproteïnen. De partikels lijken op het buitenste schild van de virale infectieuze partikels, maar missen het genetisch materiaal dat nodig is om zich te reproduceren. Muizen werden driemaal gevaccineerd met de virusachtige partikels met een tussentijd van drie weken. Zes weken na de laatste vaccinatie werden de muizen blootgesteld aan het ebolavirus. De protectie was 100% en geen enkele muis vertoonde ziektesymptomen. VLP's werden al eerder getest en bleken effectief voor verschillende andere virussen, inclusief hiv. In een volgende stap wordt het vaccin getest bij primaten.

Uit de Artsenkrant van 16 december 2003

Voor het eerst mens ingeënt met ebolavaccin.

Een Amerikaanse verpleger heeft medische geschiedenis geschreven door zich als eerste mens te laten inenten met een experimenteel ebolavaccin.

In plaats van zoals elke dinsdag zijn lunchpauze in de cafetaria door te brengen, verkoos Steve Rucker, een gediplomeerde verpleger van de National Institutes of Health (NIH), deze keer zijn mouw op te rollen voor een inspuiting met de biologische ingrediënten van Ebola, één van de dodelijkste en vreselijkste ziektes ter wereld.

Omgeven door een troep dokters en wetenschappers schreef Rucker die middag om tien over twaalf medische geschiedenis, toen hij de 'eerste persoon werd die ooit ingespoten is met een experimenteel vaccin dat ontworpen werd om bescherming te bieden tegen Ebola, de ziekte die de hoofdrol speelt in de op de werkelijkheid gebaseerde thriller The Hot Zone en die momenteel weer woedt in Congo. “Ik heb al betere lunches gehad,” grapte Rucker, terwijl de 100 biljoen synthetische DNA-strengen van de injectie zich geluidloos een weg begonnen te banen in de cellen van zijn arm. Rucker is een baanbreker in deze spitstechnologische onderneming om Ebola te verslaan. Als het vaccin bij mensen op dezelfde manier werkt als bij apen, zou het één van de meest gevreesde besmettelijke plagen ter wereld aan banden kunnen leggen.

Helaas, zeggen gezondheidsmedewerkers, hebben ondanks een wekenlange advertentiecampagne en andere oproepen slechts twee mensen zich vrijwillig aangeboden om deel uit te maken van deze onderneming van de NIH, de Amerikaanse dienst voor Volksgezondheid die gevestigd is in het residentiële Bethesda in de Amerikaanse staat Maryland. “Mensen zijn doodsbenauwd voor Ebola,” zegt Margaret McCluskey, hoofdverpleegkundige in het vaccinonderzoekscentrum van de NIH, waar voor het nieuwe vaccin - het allereerste tegen Ebola - 27 mensen gezocht worden om deel te nemen aan de eerste veiligheidstests. Toen de NIH een experimenteel vaccin tegen aids begon uit te testen, voelden meerdere mensen met vrienden of geliefden die met de ziekte besmet waren zich geroepen. Toen het om de pokken ging, een ziekte die momenteel gevreesd wordt als een biologisch terreurwapen, kwamen daar zelfs nog meer vrijwilligers op af, gedreven door een combinatie van patriottisme en eigenbelang. Deze keer blijft het echter akelig stil in de telefooncentrale. Zo goed als niemand wil ingespoten worden met Ebola, zo lijkt het wel. De enige andere vrijwilliger naast Rucker tot nu toe is een tuinarchitect die in de buurt van McCluskey werkt. “Ik heb hem eigenlijk min of meer over de streep getrokken,” geeft ze toe.

Het is geen verrassing dat mensen aarzelend staan tegenover een injectie met iets wat onder de noemer “Ebola” valt. De ziekte is berucht om haar dodelijkheid, 50 tot 90 procent van de Ebolapatiënten sterven er op heel korte tijd aan. De gedachte alleen al doet mensen op hol slaan. Sommige klanten van de tuinarchitect hebben hem al gevraagd of hij de ziekte in hun buurt zal verspreiden.

Ironisch genoeg, klagen wetenschappers en dokters, is dit eerste ebolavaccin wellicht het veiligste en meest verfijnde vaccin dat ooit is gemaakt. Het bevat geen enkel bestanddeel dat afkomstig is van het ebolavirus zelf. Het product dat met een enorme kracht in de arm van Rucker verstoven werd - injectienaalden zijn overbodig - is inderdaad in alle opzichten een buitengewoon staaltje van biotechnologisch vernuft. Het werd ontworpen door moleculaire biologen om het immuunsysteem nog harder te stimuleren dan bij een echte ebola-infectie zou gebeuren, maar dan zonder de symptomen van de ziekte zelf te veroorzaken.

“Het is ongelooflijk verfijnde technologie,” zegt Gary Nabel, de viroloog die aan het hoofd staat van de ebola-operatie. Die maakt deel uit van en versneld studieprogramma, waardoor zijn basisonderzoek in slechts drie jaar tijd van het laboratorium naar de kliniek gekatapulteerd werd.

Om onbegrepen redenen duikt het ebolavirus steeds frequenter op in Afrika. Maar niet alleen Afrikanen zullen hier baat bij vinden, zegt Anthony Fauci, hoofd van het National Institute of Allergy and Infectious Diseases, dat toezicht houdt over het centrum voor vaccinonderzoek van de NIH. Net zoals het pokkenvirus en de bacterie die miltvuur veroorzaakt - waarvoor tenminste vaccins bestaan, hoewel ze niet volmaakt zijn - kan ook het ebolavirus ingezet worden voor bioterreur. “In zijn natuurlijke vorm is het niet optimaal,” zegt Fauci. “Er moet rechtstreeks contact tussen mensen zijn om het te verspreiden. Maar in aërosolvorm zou het uiterst verraderlijk kunnen zijn. En er is ook het aspect van de psychologische terreur. Er hoeven maar een paar mensen een bloedneus te hebben om bij de bevolking een immens angstgevoel te doen ontstaan.” Het ebolavirus veroorzaakt stollingsafwijkingen en scheurt bloedvaten stuk, waardoor de slachtoffers doodbloeden uit verschillende lichaamsopeningen, waaronder ogen, mond en neus. Een vaccin zou volgens Fauci de mensen afschrikken die overwegen om het als een wapen te gebruiken en zou “een enorme geruststelling” vormen voor de burger, die dan weet dat bescherming mogelijk is.

Rucker (36) zegt dat het belang van vaccins tot hem doorgedrongen is toen hij in Zuid-Amerika woonde en daar geconfronteerd werd met een gebrek aan medicijnen. “Het klinkt vreemd dat ik in de wolken ben met een ebolavaccin, maar dit is echt een spannend experiment,” zegt hij. “Het gebeurt maar heel zelden in de onderzoekswereld dat je je steentje kunt bijdragen aan iets wat er zo veelbelovend uitziet. En de farmaceutische industrie zou hier nooit aan beginnen. Hiermee kunnen ze geen winst maken.” Hij heeft de veiligheidsgegevens van de dierstudies bekeken en de documenten bestudeerd waarin de risico's die hij loopt opgesomd zijn. Die zijn grotendeels beperkt tot een zere plek op zijn arm, na de inenting. “Er staat niet in: ‘De kans bestaat dat u doodbloedt,’ ”' zegt hij. “Het is niet zoals het poliovaccin,” waarvan een bepaalde versie (zeer zelden) kinderverlamming veroorzaakt, in plaats van die te voorkomen.

Het ebolavaccin bestaat juist daarom uit DNA-strengen die in het laboratorium gesynthetiseerd werden, om die mogelijkheid en andere neveneffecten uit te sluiten. Onderzoekers bij Vical, een biotechbedrijf uit San Diego, hebben zich uitermate ingespannen om heel precies het DNA van het ebolavirus na te bootsen, maar dan zonder enkele hoofdcomponenten, zoals het gedeelte dat ziekteverschijnselen veroorzaakt en het deel dat het mogelijk maakt dat het ebola-DNA nieuwe combinaties aangaat met DNA van een ander virus, waardoor een nieuw virus zou kunnen ontstaan dat een nieuwe, onbekende ziekte zou kunnen verspreiden. De vrijwilligers krijgen in drie maanden drie injecties. De reacties van hun immuunsysteem worden gevolgd via een maandelijks bloedonderzoek. Het DNA dringt binnen in hun onderhuidse cellen en doet die ebola-eiwitten aanmaken. De cellen van het immuunsysteem vallen die eiwitten aan en zijn vanaf dan voorgoed gewapend om een échte ebola-infectie nog intensiever te bestrijden. Op de lange termijn ligt het in de bedoeling om de DNA-injectie te laten volgen door een aanvullende injectie met een “booster” die bestaat uit een versleuteld adenovirus (verkoudheidsvirus) waarin ook ebola-DNA zit verwerkt. Uit een experiment is gebleken dat vier apen die een dergelijk een-tweetje toegediend kregen alle  vier ongeschonden een ebola-aanval doorkwamen, terwijl vier andere apen die een placebo-injectie kregen allemaal stierven, zegt Anthony Sanchez van de Centers for  Disease Control and Prevention, die het vaccin mee hebben helpen ontwikkelen. Aangezien het ethisch onverantwoord is om mensen bloot te stellen aan Ebola om de doeltreffendheid van het vaccin te testen, zullen wetenschappers hun immuunreactie vergelijken met die van apen en andere dieren. Later moet uitgebreider onderzoek bij mensen het definitieve bewijs leveren dat het vaccin veilig is voor gebruik op grote schaal.

Uit De Standaard, 28/11/2003

 
Wetenschappers vinden vaccin tegen Ebola.

Amerikaanse onderzoekers hebben een experimenteel vaccin ontwikkeld dat apen tegen het Ebola-virus beschermt. Dat is een belangrijke doorbraak in de strijd tegen de dodelijke en erg besmettelijke ziekte. Volgens het Amerikaans Instituut van de Gezondheid is het vaccin succesvol getest op acht apen. De acht proefdieren overleefden het experiment, al kregen ze de krachtigste dosis van het virus toegediend. Het vaccin is nog niet op mensen getest, maar de wetenschappers wijzen erop dat medicijnen die efficient blijken bij primaten, erg waarschijnlijk ook bij mensen zullen werken.

Uit de Standaard, 8 augustus 2003

Vaccin tegen ebolavirus?

Een besmetting met het ebolavirus uit zich onder meer door ernstige bloedingen en hoge koorts. Bij meer dan de helft van de getroffenen is de ziekte fataal. Tot nu toe bleek geen enkele preventieve of curatieve behandeling doeltreffend, maar sinds kort is er wat hoop. Een onderzoeksteam van de National Institutes of Health (NIH) in Bethesda onder leiding van Gary Nabel ontwikkelde een vaccinatiestrategie voor apen. Zowel gevaccineerde als nietgevaccineerde apen werden met een dodelijke dosis van de meest kwaadaardige ebolastam ingeënt. De niet-gevaccineerde dieren stierven na minder dan een week. De gevaccineerde dieren vertoonden zes maanden later nog altijd geen enkel symptoom. Hoe het vaccin precies werkt is nog niet helemaal duidelijk. Ook of het vaccin bij mensen dezelfde werking heeft werd nog niet getest. Voorlopig weten de onderzoekers alleen dat het bij apen een immuunreactie opwekt. Mogelijk kan de studie van deze beschermende reactie uiteindelijk ook leiden tot een vaccin voor mensen.

Uit Eos juni 2001

Ebola-antistoffen werken bij muizen
Uit experimenten blijkt dat muizen tegen Ebola beschermd kunnen worden dankzij de antistoffen van muizen die de ziekte hebben overleefd. De proeven waren het werk van de Centers for Disease Control and Prevention, de Emory Universiteit en het Onderzoekscentrum voor Infectueuze ziektes van het Amerikaanse leger. Een groep muizen kreeg het Ebolavirus ingespoten, ofwel juist onder de huid, ofwel in de buikholte. De muizen die de injectie onderhuids hadden gekregen, vertoonden geen symptomen van de ziekte, maar de andere groep muizen stierf binnen 6 à 8 dagen. De onderzoekers verzamelden antistoffen bij de muizen die het virus overleefd hadden en testten de antistoffen uit op een nieuwe groep muizen. Het serum beschermde alle muizen tegen Ebola, ongeacht of ze nu voor of na de besmetting met de antistoffen werden behandeld. De vorsers verzekeren dat dit onderzoek zeker wordt voortgezet. (28 mei/2001)

 

Amerikaanse biologen hebben een vaccin ontwikkeld dat apen tegen het dodelijke ebolavirus beschermt. Maar er moet nog veel gebeuren eer ook mensen een prik kunnen halen.

Weinig virusziekten worden zo gevreesd als Ebola. Het virus, dat met enige regelmaat in Afrikaanse dorpen opduikt, doodt tot 90 procent van de dorpelingen die het infecteert. Hoewel andere virussen (zoals hiv, dat aids veroorzaakt) meer levens eisen, zijn de meedogenloze manier waarop het ebolavirus toeslaat en de nachtmerrieachtige doodstrijd die het veroorzaakt, voor veel wetenschappers reden genoeg om naarstig naar een vaccin op zoek te gaan.
Ebola veroorzaakt inwendige bloedingen en koorts, en wordt doorgegeven door rechtstreeks contact met besmette personen (of zelfs met hun kleren of beddengoed). Het virus houdt zich vooral op in lichaamsvloeistoffen (zoals bloed en urine) en in de huid. Een gewone handdruk kan al volstaan om de ziekte door te geven. Vermoedelijk wordt het virus ook in speekseldruppeltjes, bij hoesten of niezen, overgedragen.
Een week na blootstelling aan het virus krijgt de patiënt griepachtige verschijnselen, zoals keelpijn en hoofdpijn, en hevige koorts. Daar komt algauw diarree en overgeven bij. In de tweede fase van de ziekte begint de patiënt hevig te bloeden, vooral uit zijn slijmvliezen (zoals het tandvlees en de neus), maar ook uit andere lichaamsopeningen. De dood, zo'n tien dagen na de eerste symptomen, is meestal een gevolg van shock, door bloedverlies. Het "oplossen" van inwendige organen, dat soms aan het virus wordt toegeschreven, is een verzinsel.
Het ebolavirus dook voor het eerst op in het Afrikaanse regenwoud in 1976, tegelijk in Sudan en het noorden van (toen nog) Zaïre. De Zaïrese virusstam dook twintig jaar later opnieuw op. Duizend kilometer verder naar het zuiden, in het (toen eveneens nog Zaïrese) Kikwit, maakte hij toentertijd 250 slachtoffers. Ook de Sudanese virusstam maakte een heroptreden. Terwijl u dit leest, woedt hij nog steeds in Gulu, in het noorden van Uganda. Daar zijn tot heden al meer dan 100 doden gevallen.
De doodstrijd is bij Ebola extreem pijnlijk. Hoewel het virus maar van tijd tot tijd bij mensen toeslaat, weten onderzoekers niet waar het zich in de tussenliggende perioden schuilhoudt (het vermoeden gaat in de richting van kleine knaagdieren uit het oerwoud, maar die zijn nog niet gevonden). Preventie van besmetting is daarom niet mogelijk.
Omdat het ebolavirus bliksemsnel doodt, krijgt het immuunstelsel van de patiënt nauwelijks de tijd om tegen de ziekte in het geweer te komen. De bestaande antivirale medicijnen hebben geen vat op het virus. De enige route die overblijft, is vaccinatie.
Maar wie een entstof tegen Ebola wil vervaardigen, moet van goeden huize zijn. De klassieke route, een vaccin maken van gedood of verzwakt virus, maakt in het geval van Ebola weinig kans om door gezondheidsorganisaties of het publiek geaccepteerd te worden. Stel je voor dat een virusdeeltje in het vaccin per ongeluk overleeft, en een nieuwe epidemie in gang zet. Bovendien kunnen kandidaatvaccins alleen in scherp beveiligde laboratoria worden getest. Van dergelijke zogeheten P4-1aboratoria zijn er maar weinig in de wereld, en ze zijn peperduur in het gebruik.
In het vakblad Nature van deze week verhaalt de virologe Nancy Sullivan van de Amerikaanse overheidsdienst NIH hoe ze erin slaagde om een paar van die obstakels te omzeilen. Ze gebruikte een DNA-vaccin om makaken tegen Ebola in te enten, met succes.
DNA-vaccins zijn een heel nieuwe benadering in de geneeskunde. Ze bevatten de genetische instructies voor de aanmaak van viruseiwitten (in dit geval van het ebolavirus). Zo imiteren ze een virusbesmetting beter dan traditionele vaccins, die doorgaans bestaan uit viruseiwitten. Dat komt omdat DNA-vaccins net als een virus de cel binnendringen en haar celmachinerie kapen, om haar viruseiwitten te doen bouwen. Veel onderzoekers geloven dat die DNA-strategie beter is om het immuunsysteem te doen geloven dat een échte infectie is opgetreden, waartegen actie moet worden ondernomen.
Sullivan gebruikte haar DNAvaccin in combinatie met een tweede, klassieker vaccin, bestaande uit een omgebouwd verkoudheidsvirus dat op zijn buitenkant ebola-eiwitten heeft zitten. Het een-tweetje werkte. Vier gevaccineerde apen die in het laboratorium met het ebolavirus werden geïnfecteerd, zijn zes maanden nadien nog steeds in leven. Ze werden niet eens ziek. Vier andere, niet-gevaccineerde apen bezweken binnen de week nadat ze door de onderzoekers werden besmet.
Betekent dit dat we een vaccin in handen hebben om ook mensen mee te vaccineren? Het antwoord is neen, nog niet. Er is nog een hele weg af te leggen voor het vaccin op mensen kan worden beproefd, maar het is een stap in de goede richting.
Toch is hier en daar kritiek te horen op de tijd en het geld die worden gestopt in de zoektocht naar een vaccin tegen Ebola. Per slot van rekening vallen in Afrika maar weinig mensen aan de ziekte ten prooi. Dat is met ziekten als aids en malaria (elk drie miljoen doden per jaar, voor geen van beide een vaccin) wel anders.
Wordt het vaccin misschien ontwikkeld om westerse wetenschappers te beschermen (er zijn al doden gevallen in laboratoria), eerder dan de bevolking van de Afrikaanse binnenlanden en het personeel van de bronsseklinieken? Misschien. Maar weer anderen wijzen op de kans dat het ebolavirus op een dag het vliegtuig neemt en door een zieke passagier of een gehaaide terrorist naar andere continenten wordt gevoerd. Als er dan een vaccin in de la ligt, kan dat veel onheil voorkomen.

Uit de Standaard, 4 december 2000

Marburg virus disease in Angola

31 March 2005

As of 30 March, 132 cases have been reported. These cases include 12 health care workers. Of the 132 cases, 127 have been fatal. This is the largest number of fatalities ever recorded during an outbreak of this rare, but extremely severe disease.

Mobile surveillance teams have been established and are investigating rumours of additional cases in Uige Province, which remains the epicentre of the outbreak. A mobile field laboratory provided by the Canadian National Microbiology Laboratory arrived yesterday, was set up in Uige today, and will become operational tomorrow. A dedicated isolation facility, operated by Médecins sans Frontières, is preparing to receive further cases that may be identified by the mobile surveillance teams.

Additional staff from the Global Outbreak Alert and Response Network and WHO will be arriving over the weekend. Two logisticians will join teams in Uige and Luanda. A data manager, media coordinator, and medical anthropologist will also be arriving over the weekend.

WHO has despatched a further 500 kg of personal protective equipment and other supplies to assist in the immediate improvement of infection control in hospitals and the protection of front-line staff. To facilitate real-time coordination of response operations, WHO has despatched mobile communication field kits, which should greatly expedite the flow of information.

 

Marburg virus disease in Angola

1 April 2005

As of 31 March, 140 cases of Marburg virus disease have been reported in Angola. Of these, 132 have been fatal. Cases continue to be concentrated in Uige.

Mobile surveillance teams in Uige continue to follow up on rumours and conduct active searches for additional cases. Contact tracing has also been intensified. These activities are now supported by a mobile laboratory in Uige, which has greatly expedited diagnostic testing.

WHO is working with the Ministry of Health in the Democratic Republic of Congo to train local staff in the border area near Angola in case detection and management.

 

 





© 1993-2017 Moeder de Gans - Leest u a.u.b. onze Disclaimer, on line veiligheid en Privacy beleid